Pagina's

Rubrieken

Archief

Diversen

Ni hao (7)

Door Jan: 27/08/13

Wie zich wil oefenen in Bekende Nederlander zijn, kan het best hier in Midden-China beginnen. Blijkbaar ben ik voor velen de eerste westerling die ze in levende lijve te zien krijgen. Daar kan de tv niet tegenop. Het is soms leuk, maar ook lastig. Eerst maar het laatste. Elke dag hoor ik langs de weg de woorden laowai en waiguoren (vreemdeling, buitenlander) gebruiken. Men zegt dus wat men ziet. Ik hoor “hello” roepen” en soms nog een keer met stemverheffing, zo van “Komt er nog wat van!”. Daar reageer ik niet op. Er komen mensen naar je toe en staan je aan te gapen. Op trottoirs zijn de omkijkers niet te tellen. Staan we met de fiets evenstil, dan word ik van de andere kant van de straat gefotografeerd. Een enkele keer komt een auto langzaam voor me rijden, het raampje gaat omlaag en een hoofd komt naar buiten om mij te bekijken. Dat deed ook eens een autobus… Soms als ik in een melige bui ben of gewoon ge-irriteerd, maak ik er een kat en muis-spel van. Een puber knul passeert me op de fiets. Hij vertraagt steels zijn snelheid en dat doe ik ook. Als hij merkt dat de laowai achter hem blijft, geeft hij de moed op. Maar hij kent de weg. Even later komt hij van achteren, haalt me in en probeert me omkijkend te fotograferen. Ik houd mijn hand voor mijn gezicht.
Veel leuker is als de mensen je toelachen en zwaaien. Ook kinderen reageren op een spontane manier, al kruipen sommige kleintjes liever achter moeders veilige rok. Vaak breekt er door de ernstige gezichtjes een lach door als ik Ni hao zeg. Grappig is dat als een kind uit zichzelf iets zegt, de moeder het ook aandurft om wat te zeggen. Dan moet het kindje al gauw naar de vreemdeling zwaaien en tenslotte doet mamma het ook. Pubermeisjes barsten vaak in gegiechel los en klampen zich elkaar aan vast om niet van de slappe lach te vallen.
Toen we ergens langs de weg zaten in een eethuisje waar ook een groepje fietsers uit Wuhan was neergestreken (mondainere stedelingen dan mijn reisgenotes), vroeg een meisje dat tot de restaurantfamilie behoorde waar ik vandaan kwam. Ze gebruikte dezelfde zin die de titel is van een hoofdstuk uit mijn oefenboek (ni shi naguoren ma?). Ik had het vermoeden dat ze alle moed verzameld had om me aan te spreken, want ze stond ineens voor. Ze bleek 16 te zijn. Ze ontroerde me en ik vroeg me af wat er van dit meisje met een intelligent gezicht in zo’n gehucht terecht zou komen.
Als mensen zien dat er drie Chinese vrouwen met mij het gezelschap vormen, dan slaan ze mij uiteraard over. En de dames zijn telkens bereid de nodige informatie te verschaffen. Het is blijkbaar (nog) niet bij ze opgekomen mij te vragen of ik dat eigenlijk prettig vind. Nu weet ik wel dat ze gemiddeld maar twee dingen willen weten: waar ik vandaan kom en hoe oud ik ben, maar toch… Het zijn telkens de kleine dingen die je doen voelen dat de geesten gescheiden zijn.
Yan’an, 27 augustus 2013
Tags:

Nog geen commentaren

Nog geen commentaren.

RSS feed voor commentaren op dit bericht.

Sorry, the comment form is closed at this time.