Pagina's

Rubrieken

Archief

Diversen

Van Bangkok naar Shanghai (15)

Door Jan: 30/07/16

Eerst wat fietsfeiten. We zijn aangekomen in de provincie Anhui en zitten even ten NW van Anqing. Ik heb er 4300 km op zitten. Over achttien dagen moet ik in Shanghai zijn. Vanwege de hitte slaan we het been al om 05:00 uur over het zadel. Als de roze vingeren der dageraad boven de heuvels uitsteken, is het na een kwartier dag. Het is dan 28 graden en in de middag komen er tien of meer bij. “Feels like 49” zegt het weerbericht. Voordat het zover is, bieden hotelkamers de verlangde koelte. Het warme weer houdt aan.

Er is een gedicht van Marsman (Seine-et-Marne, 1927), waarin een jonge man in de ochtend aan zijn vriend die al buiten staat vraagt “Is de zon wit of grijs?” De uitleg die ik eens hoorde was, dat het op een dag met een witte zon helder was en met een grijze wat nevelig, met veel water in de lucht. Dat voorspelde in het laatste geval een benauwde, plakkerige zweetdag. Een weerman zal aan deze wijsheid weinig hebben, maar ik moet er dagelijks aan denken. Als al vroeg het zweet in mijn handen staat, hebben we een grijze zon boven het hoofd.

Fietsgenote Frances vertelde dat bij veertig graden er een hitteverlet geldt voor buitenwerkers en dat betekent dat velen zich in de schaduw of onder een fan kunnen uitstrekken, terwijl het loont toch wordt uitbetaald. Daar houden werkgevers niet van en met de lagere overheden zijn ze selectief blind voor de thermometer.

Als we in de ochtendschemering door de stad fietsen, zijn de straatvegers al begonnen. Ze hebben oranje werkkleding en hun bezem is een bundeling twijgen. Ze maken kleine hoopjes vuil aan de stoepranden die ze later in hun vuilniswagentje deponeren. Op de ventwegen doen oudere mensen iets wat op jogging lijkt. Flink doorstappen met forse armbewegingen. Mannen met ontbloot bovenlijf. We rijden kleine bakfietsen voorbij waarop fruit of deegwaren liggen om op een straathoek te verkopen. Bij een straathoek zit wel eens een oude vrouw op een krukje haar wereld te bekijken. Van de brommers die ons tegemoet komen of inhalen hebben de meeste de verlichting niet aan. Het overige verkeer bestaat uit vrachtwagens die rammelen en kletteren over de hobbels in het wegdek. Bij kruisingen negeren we de verkeerslichten, zoals de meeste Chinezen dat doen. Een schetterende claxon komt van de vele kleine autobussen die altijd haast hebben. Hier en daar trekt een winkelier met veel geraas het rolluik van zijn zaak op en kijkt de straat in. De Chinese dag is begonnen.

In Wuhan heb je een prachtig uitzicht over de Yangtse vanaf de Gele Kraanvogeltoren.

P1020501 (Large)

Je bent dan in Wuchang en kijkt uit op de twee andere steden die met elkaar sinds 1927 Wuhan zijn gaan heten. Dat “han” kennen we allemaal van de benaming “hanchinezen”, maar het is hier de naam van een rivier die aan de overkant in de Yangtse stroomt. Hankou (foto) betekent monding van de Han. De andere stad is Hanyang.

P1020492 (Large)

We zijn ook eerste brug (1957) opgereden waar Ruben Terlou enkele maanden geleden over berichtte. Een plek voor de laatste wanhoopsdaad.

 

P1020500 (Large)

Nog steeds zijn er oudere mannen die met een clubje de Yangtse overzwemmen, zoals Moa dat ook eens deed. Het kaartje dat je koopt om met de lift naar de straat onder de brug te komen, herinnert daar aan.

P1020502 (Large)

Wuhan telt 10 miljoen inwoners en er komen er nog velen bij. Als je denkt de stad uit te zijn, komen er steeds clusters van nieuwe woontorens in zicht die bij de stad horen. Ons ministerie van onderwijs zat vroeger aan de Nieuwe Uitleg 1. Grappige naam voor zo’n ministerie. Buiten Wuhan fiets je van de ene nieuwe uitleg naar de andere. Brede asfalt boulevards met beplanting, verkeersborden, en -lichten. Er schoot af en toe een hoge snelheidstrein voorbij  over een spoor op hoge poten, terwijl er gewerkt wordt aan een metro. Wij waren het enige verkeer daar. Vervreemding, absurdia in urbania. We zouden stranden: waar de weg onder een snelweg duikt, stond water. We moesten terug voor een omweg van 40 km. Aardige Chinezen die werkten bij een brug boden ons een lift aan en later zelfs een lunch. Amecitia in China.

P1020480 (Large)

Flauwe woordgrap: de meeste Chinezen zitten achter de tralies. De ramen zijn ervan voorzien, vaak met een kooiconstructie waarin de was kan hangen. Ja, zegt Frances, dat is tegen diefstal. En kinderen kunnen niet uit het raam vallen. Voor dat laatste lijken me eenvoudiger voorzieningen denkbaar. Ook ramen van hotelkamers hebben tralies. Als er brand uitbreekt en de vlammen slaan door gangen en trappenhuizen, zit je wel als een rat in de val. Bovendien roken Chinezen vaak. Daar had ze nog niet zo bij stil gestaan.

Een vreemde op de fiets. Hoe vind je zoiets? Een ouder echtpaar passeert me op een scooter. Man kijkt om. Zegt iets tegen zijn vrouw. Zij kijkt om. Scooter stopt aan de kant. Ik kom voorbij. In mijn spiegeltje zie ik dat de scooter even blijft staan en weer optrekt. Ik hoor hem aankomen en blijft gewoon voor me uitkijken. Het stel passeert me heel langzaam. Kijken, kijken… Curiosa in China.

Qianshan, Anhui, China, 29 juli 2016

Tags:

Nog geen commentaren

Nog geen commentaren.

RSS feed voor commentaren op dit bericht.

Sorry, the comment form is closed at this time.