Pagina's

Rubrieken

Archief

Diversen

Van Midden tot Onder (12, slot)

Door Jan: 07/07/18

Van Midden tot Onder (12, slot)
Mijn fietsreis van dit jaar (2018) bestond uit twee delen. Een Chinees en een Australisch deel. De landennamen zitten verborgen in de titel. Chinezen noemen hun land Zhong Guo, het Rijk van het Midden, en als we het over Australië hebben gebruiken we wel eens de naam Down Under. Vandaar.


De tocht in China ging van Shanghai naar Guangzhou en was 1663 km in 21 fietsdagen. Gemiddeld legden we 80 km / dag af. Op vijf dagen reden we meer dan 100 km. De tweede stad kennen we beter onder de naam Canton. Deze naam is een verbastering van de provincienaam Guangdong en is in Europa ingeburgerd. Naast de oostelijke Guang provincie kennen we ook een westelijke: Guangxi.
De tocht in Australië ging van Melbourne in Victoria naar Sydney in New South Wales en was 1185 km in 15 fietsdagen. De tocht in Australië was in zekere zin een negatieve keuze. Graag had ik in een wat westelijker deel van China willen fietsen met een visum van 90 dagen. Dat stuitte echter op lastige formaliteiten, maar voor een maand kon ik makkelijk een visum krijgen. Omdat ik in China zo’n beetje halverwege naar Australië was, koos ik Down Under voor het tweede deel.
We vertrokken op 7 mei uit Shanghai met vier personen. Drie Chinese vrouwen en ik. Twee van hen kende ik van eerdere tochten door China. De volgende dag sloten twee mannen zich bij ons aan. Op 10 mei werd een van hen aangereden door een auto. Die sloeg over de kop, terwijl onze man op de vluchtstrook bleef liggen. Wat we vreesden gebeurde niet. Hij leefde, had een hoofdwond en breuken in zijn heup. Na een kort verblijf in het ziekenhuis van Jiande ging hij de volgende dag vergezeld door zijn vriend terug naar Suzhou. Uit latere berichten zou blijken, dat hij goed aan het herstellen was. De “leidster” van ons clubje was Frances. Zij was de enige die Engels sprak. Zodra we in een stad aankwamen waar we zouden overnachten, gingen de dames op zoek naar een passend hotel. Bepalend was telkens de prijs. Meestal logeerde ik in het zelfde hotel, maar soms kreeg ik een wat duurder onderkomen. Frances had ik leren kennen in 2016 op mijn tocht van Bangkok naar Shanghai. Aan de Vietnamees-Chinese grens ontmoette ik destijds nog twee vrouwen die ik van andere tochten kende. Haar moeder en een vrouw die ik Anna noemde. Met de laatste maakte ik voor de derde keer een fietsreis. De hotels waren voor mij erg goedkoop even als de maaltijden. De hoge temperaturen, 35 en hoger, zorgden voor een grote dorst. Ik dronk vele flessen cola en bier per dag.

De dames hadden tal van toeristische bezienswaardigheden op hun programma en daarvan heb ik mee kunnen genieten. Een boottocht over een stuwmeer, een oud stadje, feeëriek verlichte grotten en twee natuurgebieden met merkwaardige rotsformaties.

Frances hield de kalender goed in de gaten, want ik moest op tijd zijn Guangzhou zijn voor mijn vlucht naar Melbourne. In Guangzhou demonteerde een fietsenmaker mijn fiets en zette hem in een doos. Van alle luchthavens waar ik me voor een vlucht meldde met mijn fiets was die van Guangzhou de snelste. De checkinbalie was helemaal vrij. Lange rijen wachtenden die in lange lussen met hun bagage voortschuifelen zijn de regel.
In het vliegtuig van China Southern was het koud. Ik liep een verkoudheid op die me in Melbourne een dag langer deed blijven. Ik fietste voor vertrek een verkennende tocht naar Box Hill, maakte wandelingen door de stad en bezocht het Migration Museum. Ik reed Melbourne uit op 6 juni. Op de eerste twee fietsdagen maakte ik kennis met heuvels. Zette ik veel kracht op de pedalen, dan schoot de ketting over de tanden van het rad of vloog eraf. In Drouin kocht ik een nieuwe ketting en de fietsenmaker liet me zien dat een ketting door slijtage langer wordt. Elke avond reserveerde ik via internet een hotelkamer voor de volgende dag. De prijzen lagen zo rond de 70 Australische dollar. De reservering lukte me een keer niet, maar een man in Tilba Tilba bood een een slaapplaats aan in een caravan. De kou van Australië had ik onderschat. In de ochtend was het 5 tot 7 graden. Pas na het middaguur steeg de temperatuur tot 15 tot 18 graden. Ik moest me dus elke morgen warm fietsen. Daardoor ging ik zweten, mijn kleren werden vochtig en zelfs nat en daardoor slaat de kou snel toe als je uitrust. Dan hoop je op een café waar je in een warme gelagkamer even kunt bijkomen. Het lijkt erop alsof die Australiërs de winter ontkennen. De deuren van cafés en restaurants bleven gewoon openstaan, de bediening loopt in een warme jas en draagt soms een muts. Dat is niet bevorderlijk voor je fietsplezier en zeker niet als je pas in je hotelkamer je van je klamme kleren kon ontdoen om daarna een hete douche te nemen. Een warme sjaal en handschoenen kocht ik in Lakes Entrance.

De meeste dagen waren zonnig en door het heldere weer kon ik vaak ver zien. Maar er waren ook dagen dat ik uren door eucalyptusbossen fietste. Daarvan had ik er al gauw genoeg gezien. De vele hellingen waar ik tegenop moest, zorgden geleidelijk aan voor een – wat ik maar noem – een tweede graads vermoeidheid. Vaak heb ik moeten lopen. Een nacht goed slapen bleek steeds vaker niet voldoende en in Sydney heb ik alleen gefietst naar de fietsenmaker die mijn fiets klaar zou maken voor transport in het vliegtuig.Anders dan in Europa mogen fietsers in Victoria en New South Wales ook gebruik maken van de snelweg. Daarvan heb ik gebruik kunnen maken, toen het nodig bleek dat ik me versneld naar Sydney moest begeven. Er zijn vele borden die de automobilisten zeggen dat ze met de fietsers rekening moeten houden, terwijl voor de fietsers de kruisingen van afritten goed staan aangegeven.
Als de laatste fietsdagen niet zo prettig zijn, kunnen ze in de herinnering als donkere wolken ook boven de andere dagen gaan hangen waarop je wél met plezier hebt gefietst. Terugkijkend naar de foto’s en in mijn aantekeningen, vind ik het achteraf nog al meevallen.

Bovendien bewaar ik aangename herinneringen aan tal van ontmoetingen. In het bijzonder met Australiërs met een Nederlandse achtergrond. Was ik nu de enige die daar in de winter een fietsreis maakte? Nee. Op de elfde fietsdag bij Bodalla stond een jonge man met zijn beladen fiets aan de andere kant van de weg. Hij was van Melbourne naar Sydney gevlogen en fietste nu weer terug. Australië had ik altijd geassocieerd met hoge temperaturen. Documentaires en films hadden daar wel voor gezorgd. Crocodile Dundee, The Flying Doctors en misschien ook A Cry in the Dark. Het zal me niet verbazen als die eerste associatie mettertijd weer terugkeert.
Soest, 7 juli 2018

Tags: