Pagina's

Rubrieken

Archief

Diversen

Na El Paso volg ik in New Mexico de vallei van de Rio Grande naar Las Cruces. Vandaar loopt pal westwaarts de Interstate 10. Mijn kaart vertelt niet of er een oude parallelweg langs loopt. Even vragen. Ja, zegt een man, er gaat een frontage road helemaal naar Deming. Na 20 km is er een Indiaanse Trading Post. Even daarna moet ik over de snelweg heen om mijn weg te kunnen vervolgen. Er ligt nieuw, soepel asfalt en ik denk deze staat in twee dagen te kunnen doen. Het plaveisel gaat echter over in steenslag, buigt af en verdwijnt in de richting van het het oude Mexico achter de horizon. Door mijn eigen goedgelovigheid trapte ik 80 km voor de nop. “Bij het vragen naar de weg altijd zorgen voor extra controle (check and double check)”, vermaan ik mezelf, want veel mensen lullen maar wat. Terug in Las Cruces besluit ik daar te overnachten. Een andere keus na 140 km heb ik niet.

 

De dag daarop fiets ik nog eens 100 km door de bevloeide katoen- en maïvelden in de Rio Grande vallei en sla bij Caballo links af. Dat had ik beter niet kunnen doen. Ik moest steeds vaker klimmen en de wind keerde zich tegen me. Het hotel in Hillsboro bleek gesloten. Er moest volgens een postbode negen mijl verder nog een lodging zijn. Dus verder, maar al gauw kon ik niet meer. Lopend heb ik de kilometers op mijn teller voorbij zien komen, 135, 136, 137… Bij aankomst in het gehucht Kingston was ik grauw van uitputting.

 

Strobaalcommune

 De Black Range Lodge was om verschillende redenen interessant. Ik kon er Nederlands spreken met een zekere Derreck, een tot Amerikaan genaturaliseerde jonkheer, die over zijn persoonlijke verleden liever niet wilde spreken. Hoe hij daar in die commune-achtige gemeenschap (tweede reden) terecht was gekomen kwam ik niet te weten en er achter zijn rug om bij anderen naar hengelen wilde ik niet. Die commune hield zich bezig met het promoten van strawbale houses, waarvan er een paar op eigen terrein stonden. Ze gaven ook een blaadje uit met de veelzeggende titel The Last Straw (de laatste strohalm). Het waren gedreven mensen, wier communicatieve vaardigheden jegens mij voor verbetering vatbaar waren. Ook lieve mensen die het milieu aan hun boezem drukken, maar van de weeromstuit werkten ze op mijn zenuwen en ik moest me inhouden om de grap vertellen die ik eens in een Amerikaans café las: ‘Bent u moe, uitgeput, alles zat? Eet een milieu-activist’.

De derde reden was dat het dorp Kingston unincoporated was, het maakt niet deel uit van een gemeente. Er is geen gemeentebestuur en dus zijn er ook geen gemeentelijke belastingen, waarmee publieke zaken uitgevoerd kunnen worden. Geen postbezorging. Voor water, gas en het wegwerken van afval moet zelf gezorgd worden. De bevolking van 28 zielen beoefent de elementaire democratie. Eens in de maand komt men bijeen in het eigen gebouwde dorpshuis. De huizen liggen aan één weg zonder straatverlichting. De enige lamp die ’s nachts brandt, is bij (haha) de brandweer. Daarover heeft een bewoonster in de volksvergadering geklaagd. Zij weet zich gesteund door de Dark Sky Ordinance, die de staat recentelijk heeft uitgevaardigd en verplicht om rondstralende verlichting af te schermen. De duisternis in New Mexico wordt erkend als een waarde (asset) die een ándere rijkdom openbaart: de prachtige sterrenhemel. Ik zag na jaren weer de Melkweg (‘de ruggegraat van het heelal’, zeggen de indianen). Af en toe viel er en ster tussendoor.

 

T or C

Met Jonkheer Derreck ging ik mee naar de plaats met de merkwaardige naam Truth or Consequences, dat voor 1950 de naam droeg van Hot Springs. Voor die naamswijziging heeft Ralph Edwards gezorgd. Deze NBC-radiopresentator had aangekondigd dat zijn quizshow uitgezonden zou worden vanuit de plaats die bereid was zich naar dat programma te noemen. Ik hoorde de plaatsnaam uitspreken als ‘T or C’ of ‘Torc’. Het is een curieus weetje, meer niet.

Bij het verlaten van Kingston wist ik wat me te wachten stond: de Emory-pass. Die stond niet op mijn kaart aangegeven, maar betekende wel 13,65 km klimmen, waar ik 1:40 uur over heb gedaan. De rest van de dag was het op en neer, soms met tegenwind. Ik was het allemaal zo zat, dat ik een vrouw bij het benzinestation in Hanover vroeg hoeveel heuvels er nog waren tot Silver City. Ze dacht na een telde op haar vingers. Negen! Weer op de fiets ging ik tellen. Zodra je dat gaat doen, krijg je onvermijdelijk een definitieprobleem. Is een ‘getrapte’ helling één heuvel of meer. Ik koos voor het eerste en jawel, bij Silver City zat ik ook op negen!

Op vrijdag de 13e kwam ik voor het eerst in Arizona, de ‘Grand

Canyon State’ waar het een uur vroeger was. Ik fietste door groene heuvels en de kruidige geur van dennen. Droogte en hitte overheersen. In Clifton meldt een café ‘Think: a fire to day, no job tomorrow’…

 

Safford, Arizona, 16 augustus 1999

 

Tags:

Nog geen commentaren »

Nog geen commentaren.

RSS feed voor commentaren op dit bericht. TrackBack URL

Geef commentaar

Je moet aangelogd zijn om commentaar te plaatsen.